We openen het thema water met een schattenmand. In de mand zitten:
een zwemband, zwembroek, badpak, snorkel, duikbril, beker, flesje water, vis, kikkervisje, zeepaardje, schildpad, bootje en schelpen.
In groepjes mogen de kinderen ontdekken wat er in de mand zit. Daarna mogen ze raden wat ze denken dat het thema is.
Na het ontdekken staan de volgende mogelijke thema's op het bord:
vakantie, zomer, zwemmen, water en strand.
Ik vertel dat iedereen gelijk heeft. We noemen het thema water maar alles wat de kinderen noemden hoort erbij. Nu gaan we nadenken wat we kunnen spelen bij dit thema. Direct borrelen er ideeën op bij de kinderen. Helaas moet dit wachten tot morgen, de dag is voorbij..
We maken in gynzy een woordweb passend bij het thema water.
De kinderen denken aan al deze woorden als ze het woord water horen. We maken de woorden waarover we kunnen spelen groen.
We bedenken hoe we dit in de themahoek kunnen uitwerken. De kinderen mogen stemmen wat we gaan maken in de themahoek. Het gaat tussen strand en zwembad. Uiteindelijk heeft het zwembad de meeste stemmen en vindt iedereen dat leuk. Hiermee gaan we dus aan de slag in de themahoek.
De kinderen beginnen met het verhuizen van de huishoek. Bij het raam moet namelijk het zwembad komen. We plakken blauwe vuilniszakken op de vloer. Ook knippen de kinderen blauwe vuilniszakken in stukjes, dit zijn de golven die los op de vastgeplakte vuilniszakken komen te liggen.
Direct noemen de kinderen ook dat er een kassa moet komen bij het zwembad, want je moet een kaartje kunnen kopen.
Naar aanleiding daarvan knutselen we geld om mee te betalen.
Met een groepje rekensterke kinderen bedenken we prijzen voor het zwembad. Ze bedenken zelf dat ze op de website kunnen kijken van het Sloterparkbad. 'En dan moet onze prijs net wat goedkoper zijn juf, want dan komen ze allemaal bij ons zwemmen.' Ook bedenken ze een gezinskaartje, zodat je met een groot gezin korting krijgt.
De kinderen gaan thuis op jacht naar spullen voor in het zwembad. Als de respons daarop groot is, weet je dat het thema leeft bij de kinderen. Ze komen met bandjes, ballen, duikbrillen, zwembroeken en badpakken. Wat kan er nu al veel gespeeld worden!
Zwembad, met pierenbadje, diep bad en bubbelbad (en zwemmende 'mensenpoppetjes'), gebouwd in de grote bouwhoek.
We timmeren bootjes van hout. M. bedenkt dat hoe ze een zeil op haar boot kan bevestigen. In eerste instantie blijft de boot niet drijven, maar ook dit lost ze zelf op. Ze timmert het smalle bootje op een bredere plank.
We gaan aan de slag met de begrippen drijven en zinken. Natuurlijk proberen we dit eerst in het echt met stagiaire E. Daarna gaan we op het digibord verder proberen wat er zinkt en wat er blijft drijven.