Als startactiviteit gaan we met de kinderen naar de boerderij.
We bekijken alle dieren en leren welke verzorging ze nodig hebben. Ook mogen we de boer en de boerin helpen met een aantal klussen. We geven hooi aan de koeien, knuffelen met de lammetjes, proeven verse melk uit de melktank, laten de paarden in de wei en geven de varkens te eten. Ook vertelt de boerin hoe de melkmachine werkt en mogen we klimmen in de strobalen.
Na het bezoek aan de boerderij wordt er direct gewerkt aan de 'look' van een boerderij in de huishoek. De kinderen maken een strodak. De muur van het thema wonen/bouwen kunnen we mooi weer gebruiken. We leggen een grasveld neer waar de dieren op kunnen staan. Veel boerderijdieren hebben we nog niet. De kinderen gaan thuis op zoek naar meer knuffels van dieren die op de boerderij thuis horen.
We schrijven op een groot vel papier wat we allemaal hebben gezien op de boerderij. We denken aan dieren maar ook aan andere dingen die op de boerderij waren. We markeren die dieren en materialen die we al hebben in onze themahoek. De andere dingen gaan we maken of verzamelen. Het woordweb is direct een mooi werkplan om de komende week mee aan de slag te gaan.
Het eerste wat de kinderen willen doen is hokken maken voor de dieren. We bekijken foto's van dierenhokken, praatplaten en boeken. Zo hebben we een goed beeld hoe de hokken eruit zien.
Op kartonnen dozen plakken we hekken van stroken. Dit moeten we goed meten, want alle stukken hek moeten even hoog worden als de doos.
We maken een kippenhok, die hoger moet staan. De kinderen plaatsen blokken uit de bouwhoek onder de doos. Daarna is een kippentrap nodig, dit wordt gemaakt met karton.
Nu hebben alle dieren een stal of een hok om in te wonen en een weiland om in rond te lopen.
Ook wordt er goed gekeken naar een echt konijnenhok en wordt deze nagemaakt. Er komt een bordje op: hier woont konijn.
Ik merk dat de jongste kinderen moeite hebben om vat te krijgen op het spel in de boerderijhoek. Er zijn zoveel spel mogelijkheden, dat ze niet weten waar te beginnen. We maken een spelscript, zodat ze meer inzicht krijgen in welke handelingen er mogelijk zijn.
De kinderen willen graag leren hoe je koeien moet melken. We hebben op de boerderij gezien hoe dit werkt met een machine. In een aflevering van koekeloere zien de kinderen hoe de boer met de hand melkt.
We maken van karton een koe. We tekenen deze samen op karton, ik snijd hem uit en 2 kinderen schilderen hem zelf.
Met een schoonmaakhandschoen (roze) maken we de uiers. We prikken met een prikpen gaatjes in de vingers van de handschoen. Als we de handschoen vullen met water kan er nu echt gemolken worden! De kinderen vinden het fantastisch en nemen het heel serieus. Eerst wordt de uier schoongemaakt met een doekje en daarna melken ze erg voorzichtig.
Een kind wordt opgehaald door haar oma. Oma molk vroeger nog met de hand. Zij geeft nog even uitleg hoe dit moest. Grappend zegt ze dat ze weer helemaal terug gaat in de tijd. Volgens haar voelt het echt alsof je een koe melkt!
We lezen het boek: over een kleine mol die wilde weten wie er op zijn kop heeft gepoept. We bekijken de platen met de poep zorgvuldig.
Daarna maken we de verschillende soorten poep na van zoutdeeg. (3 meel, 1 zout, 1 water, scheutje olie). Na het afbakken schilderen we de poep in verschillende (zelf gemengde) kleuren bruin.
De poep wordt bij de goede dieren in de hokken/stallen gelegd. Nu heeft de boer er nog een taak bij: poep opruimen bij de dieren.
We sluiten het thema af door een boerencake te bakken. We schillen appeltjes en snijden deze in kleine stukjes. Verder komt er boter, eieren en wat melk bij het meel. Na het bakken verdelen we de cake eerlijk in 26 stukken en eten we het lekker op!
Ik wil vooral laten zien hoe de kinderen vanuit het spel leren. Maar natuurlijk doen we ook andere activiteiten. Hieronder een overzicht van een aantal andere activiteiten die we deden gedurende dit thema
We bekijken de interactieve praatplaat van gynzie.com over de boerderij.
We kleien diverse boerderijdieren en plaatsen deze op een klein stukje 'weiland'.
We bouwen tractoren van diverse losse materialen die te vinden zijn op het schoolplein.
We knutselen boerderijdieren van verschillende materialen.
We planten moestuintjes op onze 'akker'.
We werken rond het boek 'Boer Boris heeft vakantie'. Na hard werken op onze eigen boerderij gaan ook wij op vakantie. Er wordt een prachtige tent gebouwd.
We spelen het coöperatief spel 'zoek en vind', waarbij de kinderen het jong en het volwassen dier bij elkaar moeten vinden. Tijdens dit spelletje oefenen we ook hoe deze dieren heten. Zo weet iedereen aan het eind van het thema dat het jong van een konijn een lamprei is.