We startten het thema wonen met een toneelstuk dat werd gedaan door de kleuterleerkrachten. Het verhaal:
Een oude man wil een nieuw huis laten bouwen. Eerst gaat hij naar de architect. Met de architect maakt hij een bouwtekening. De man neemt de bouwtekening naar de aannemer. Met de aannemer maakt hij afspraken over de oplevering van het huis.
De aannemer belt de timmerman. De timmerman maakt eerst het geraamte van het huis. Na wat echt timmeren en zagen trekken we het houten klimtoestel uit; het geraamte staat! Daarna belt de aannemer de metselaar. Met wat blokken uit de bouwhoek en zand laat de metselaar zien hoe er halfsteens gemetseld moet worden om een stevige muur neer te zetten. Na een voorbeeld wordt een geschilderd doek naar beneden gerold met stenen daarop gestempeld. Ook de muur is nu klaar. Nu belt de aannemer de loodgieter die met een aantal buizen het loodgieterswerk in orde maakt. Ook plaatst de loodgieter een kraan. Tot slot komt de schilder die het buitenwerk schildert.
De aannemer belt de oude man en hij komt kijken hoe het is geworden. Natuurlijk is hij super tevreden.
De kinderen hebben kennis gemaakt met ontzettend veel beroepen en echte termen uit de bouw. Genoeg inspiratie om nu zelf aan de slag te gaan!
In de grote kring herhalen we welke stappen we moeten ondernemen om een huis te bouwen.
We schrijven een stappenplan. Aan de hand van het stappenplan gaan we aan de slag om ons huis te bouwen in de huishoek.
De architect
De eerste stap is dat de architect zijn bouwtekening maakt. Wij zijn de architecten en maken bouwtekeningen. Met de uitdagingsgroep rekenen ga ik hier wat dieper op in. Ik bespreek de term 'bovenaanzicht'. De activiteit levert mooie bouwtekeningen op. De kinderen bouwen met kleine steentjes hun eigen ontwerp na.
Met een groep jongsten hou ik het meer praktisch. Op de grond van onze 'lege bouwplaats' plak ik een groot papier. Hierop tekenen we als architecten waar de muren moeten komen. Het grote vel hangen we bij de bouwplaats op, zodat de aannemer straks kan zien hoe het huis gebouwd moet worden. De jonge architecten gaan helemaal op in hun rol! Dit spel wordt nog 2 dagen herhaald.
De timmerman
De architect is klaar. We bekijken het stappenplan, wie bellen we nu? Natuurlijk! De timmerman. De timmerman gaat het geraamte timmeren. We timmeren met houten planken van een oude lattenbodem en een pallet.
Met een aantal kinderen meten we hoe hoog de deurpost moet worden. Kan iedereen er door? Alleen de juf niet, maar daar is een oplossing voor; zij kan bukken! We timmeren de planken aan elkaar. Nu ontdekken we een probleem. We kunnen door de deur, maar de deurpost valt steeds om. Hoe lossen we dat op? In de kring denken we hier de volgende dag over na. En natuurlijk bedenken ze zelf een oplossing; er moeten poten onder. Hierbij moet ik helpen, want dat is erg lastig. Aan het einde van de dag staat onze deurpost.
De waterpas
We hebben 1 tussen dag. Tijd om de plusgroep aan het nadenken te zetten. Ze krijgen een bak met een onbekende ondergrond (er ligt een theedoek over). In deze bak moeten ze een zo hoog mogelijke toren bouwen. De toren valt bij allemaal om. Hoe denken ze dat dat komt? Ze mogen onder de doek kijken. 1 Bouwde op zand dat in een berg in de bak lag, 1 bouwde op wol draden en 1 bouwde op knex. De ondergrond is niet egaal. Zonder doek mogen ze het nogmaals proberen. Het zand lukt redelijk, want dit kan worden plat gemaakt. De wol en de knex als ondergrond blijft lastig. De conclusie die ze trekken is: als iets niet plat is kun je niet makkelijk bouwen. Ik laat ze een waterpas zien en vertel hoe dit werkt. Daarna mogen ze de klas in met rode en groene plakkertjes. Als ze iets vinden dat waterpas is plakken ze er een groen stickertje op, is iets niet waterpas dan volgt een rood stickertje. In de kring leggen ze de werking van de waterpas uit aan de rest van de klas.
De waterpas werd de dagen daarop veel gebruikt.
De metselaar
Ik verkleed me als metselaar met een werkbroek en een oud shirt. Zo kom ik de klas binnen. 'Wat een geluk hebben de kinderen zeg, de beste metselaar van Nederland komt op bezoek'. Even zijn ze aarzelend, dit is toch de juf? Maar daarna gaan ze allemaal mee. De metselaar vertelt dat ze twee uitvindingen heeft gedaan die ze met de kinderen wil delen. Daarna kunnen ze zelf gaan metselen.
1: De metselaar ontdekte dat je alleen kunt bouwen als iets een egale ondergrond heeft. De kinderen gaan hier meteen op in, dat hebben ze gisteren ook ontdekt. Ze laten de waterpas aan de metselaar zien. Dit is dus geen nieuws..!
2: De metselaar heeft ontdekt dat wanneer je halfsteens bouwt je bouwwerk steviger wordt. Ze laat dit zien aan de kinderen met de langwerpige blokken. De kinderen kijken geboeid. 1 Kind zegt, kijk onze muur in de klas heeft dat ook. We bekijken verschillende muren. Helaas, ook deze ontdekking van de metselaar is dus niet nieuw. De kinderen troosten haar en zeggen heel lief dat ze haar wel slim vinden. Dan helpt de metselaar in de huishoek met het metselen van een muur van melkpakken.
Het metselen met melkpakken is de komende week het spel op de bouwplaats.
Een groep jongsten stempelt met sponzen het patroon van bakstenen op groot vel. Ze werken in tweetallen samen. We herhalen de term halfsteens bouwen nog een aantal keer.
Bezoek van een echte metselaar
Tijdens het metselen krijgen we steeds meer vragen. Een meisje uit de klas heeft een opa die kan metselen, natuurlijk is hij meer dan welkom om ons dingen uit te leggen. We leerden hoe je echt moet metselen, hoe de gereedschappen van de metselaar heten en hoeveel een metselaar kan metselen op 1 dag (1000 stenen!).
Kamers
Met een groepje jongsten brainstormen we over de verschillende kamers die er zijn in huis. We schrijven en tekenen alles op. Wat doe je in welke kamer? Wat is de fijnste kamer in jouw huis? De kinderen zijn heel betrokken, het gaat over hun leefomgeving.
In de kring vertellen we aan de oudste kinderen van de groep wat we hebben bedacht. Met de hele groep bedenken we welke kamers we in ons huis willen maken. We moeten keuzes maken in verband met de ruimte.
Met een rolletje tape gaat een groepje aan de slag in ons huis. Ze tapen waar de muren moeten komen te staan en hoe de kamers er uit komen te zien. We meten, past het met de meubels die in het huis moeten? Wanneer we tevreden zijn zetten we op de tapelijn de muren, gemaakt van karton.
De schilder en de behanger
Nu de buitenmuren en de binnenmuren staan is het tijd om de schilder te bellen. Hij schildert de deurpost en het raamkozijn.
We maken op grote vellen behang voor de verschillende kamers. Eerst bekijken we echt behang en we ontdekken dat daar vaak een patroon in te zien is. De oudste kinderen nemen dit direct mee in hun eigen ontwerp. De jongste kinderen nog niet, maar ook hun behang wordt prachtig. Wat een kleurrijk huis krijgen we straks!
Spelen in het huis
Nu het huis af is wordt er ander rollenspel gespeeld. De bouwvakkers zijn verdwenen, de vaders, moeders, huisdieren en kinderen bewonen het huis. De kinderen vieren feestjes, maken het huis schoon.
Voor de jongste kinderen is dit spel ruim voldoende, maar een groepje oudste kinderen begint zich te vervelen. We denken na wat we nog met het huis kunnen doen. L. bedenkt dat we het huis kunnen verkopen.
De makelaar
Verkleed als nette vrouw kom ik de klas in, druk in de weer met mijn telefoon. Ik heb kijkers aan de telefoon die het huis graag willen bezichtigen. 2 Kinderen spelen direct mee, ik laat hen in de rol als makelaar het huis zien. Zo hebben de kinderen spelinformatie, hoe ze de makelaar zelf kunnen spelen. Dit geeft het spel weer een nieuwe impuls.
We knutselen een te koop bord aan ons huis, zo wordt het nog echter.
Ook bekijken we op funda de huizen die in de buurt van de school te koop staan. De kinderen blijken echte voyeurs, op het digibord wordt niets anders gedaan dan huizen bekijken.
Met een groepje oudsten bekijk ik hoe duur huizen zijn. Dit is natuurlijk niet te bevatten, maar het wordt wel meegenomen in het spel. Aan het eind van de week is ons huis voor 2 ton verkocht!
Hieronder staan foto's van het spel bij het thema bouwen/wonen.
Ik wil vooral laten zien hoe de kinderen vanuit het spel leren. Maar natuurlijk doen we ook andere activiteiten. Hieronder een overzicht van een aantal andere activiteiten die we deden gedurende dit thema.
We leerden plattegronden lezen. We hebben de plattegronden nagebouwd. We maakten zelf plattegronden die andere kinderen weer na gingen bouwen.
We maakten een verteltafel bij het boek 'Kom uit die kraan'. De materialen werden door de kinderen zelf opgezocht en meegenomen.
Het boek werd op verschillende niveaus, zowel zelfstandig als onder begeleiding, nagespeeld.
We hebben halfsteens leren metselen. Dit pasten we ook veel toe in de grote bouwhoek.
We timmerden evenveel spijkers in blokken hout als het cijfer dat erop staat.
We gingen naar het Willet Holthuysen museum. Daar bekeken we een oud grachtenpand. We letten op de architectuur. We bezochten de verschillende kamers en keken naar de inrichting van het pand.
Er werd gesnoeid en daardoor hadden we lange takken om mee bouwen op het schoolplein. We bouwden een prachtige hut.
We maakten kamers in schoenendozen. De kinderen hadden de beschikking tot allerlei materiaal: kurken, hout, piepschuim, lappen stof, bubbeltjesplastic, kartonnen dozen, satéprikkers, tempex en wc rollen.
We maakten een hoorspel bij het verhaal gekke buren.
Met instrumenten, een hamer en een lepel en een pan maakten we de geluiden die in het boek voorkomen: timmergeluiden, het aankloppen aan de deur, de storm en het roeren in de pan. De geluiden ondersteunen het boek en daardoor begrijpen de kinderen het verhaal beter.